Transgender zijn
Wanneer het geslacht dat bij de geboorte is toegewezen niet overeenkomt met hoe die persoon zich voelt, dan kan het zijn dat diegene transgender is. De term slaat op wat iemand ervaart van binnen, dus iemand die net deze gevoelens bij zichzelf heeft ontdekt is even transgender als iemand die al jaren terug diens gender-reis is begonnen.
Transvrouw, transman, of iets anders?
Transgender personen dienen te worden aangeduid op de manier waarop ze zich identificeren. Een transvrouw is iemand die geboren werd in een mannelijk lichaam, maar zich vrouw voelt. Zij wil dan ook behandeld worden als vrouw. Een transman is iemand die geboren is in een vrouwenlichaam, maar zich man voelt. Hij wil behandeld worden als man. Of die persoon al in transitie is maakt niet uit.
Mensen die zich identificeren als noch man noch vrouw (ze voelen zich bijvoorbeeld beide tegelijk, of geen van beide) zijn ook transgender, maar zijn ook nonbinair. Binair als in 'er zijn twee opties,' namelijk óf je bent man, óf je bent vrouw. Nonbinaire mensen voelen zich niet thuis met allebei deze opties. Ze zijn transgender of non binair, omdat hun gevoel niet overeenkomt met hun toegewezen geslacht. Het is beleefd om aan iemand te vragen hoe die persoon behandeld wil worden en met welke voornaamwoorden ze aangesproken willen wordne, als je niet zeker weet wat hun geslacht is.
Genderdysforie
Wanneer iemand zich heel ongelukkig of ongemakkelijk voelt in het eigen lichaam, omdat diegene transgender is, dan ervaart die persoon genderdysforie. Een voorbeeld is baardgroei hebben terwijl je je een vrouw voelt. Dit geestelijk leed wordt omschreven in de DSM-5 (2013), het handboek voor psychologie dat wereldwijd gebruikt wordt. Hierdoor kunnen psychologen mensen die transgender zijn een diagnose geven en doorverwijzen zodat de hulp die ze nodig hebben wordt gedekt door de zorgverzekering. Om genderdysforie te verminderen gaan mensen in transitie. Er bestaat fysieke dysforie en sociale dysforie, waarvoor de medische transitie en sociale transitie de oplossing zijn.
Geslachtsidentiteitstoornis
Wegens de verwarring met homo-, hetero- en andere vormen van seksualiteit, spreekt de DSM IV (Amerikaans handboek voor diagnose en statistiek van psychische aandoeningen) in plaats van transseksualiteit, nu over geslachtsidentiteitsstoornis. Transseksualiteit heeft immers maar zijdelings te maken met seksualiteit en niets te maken met het geslacht van de mensen tot wie men zich aangetrokken voelt, maar alles met de eigen geslachtsidentiteit.
In transitie gaan
Wanneer een transgender persoon in transitie gaat, dan beginnen ze met de verandering naar hun gewenste geslacht. Dit heeft drie kanten: medisch. sociaal, en wettelijk.
Medisch:
Doorgaans bestaat het medische traject uit het gebruik van puberteitsremmers (12 tot 16 jaar oud), hormonen (minimaal 16 jaar), en één of meerdere operaties (minimaal 18 jaar).
Sociaal:
Voordat men in aanmerking komt voor operaties, moet men minstens een jaar leven als het gewenste geslacht. Dit is een eis gesteld door ziekenhuizen. Dit betekent in de praktijk vaak een nieuwe naam, een nieuwe garderobe (Waarvoor je bij Danaë Trans-Missie de nodige onderkleding en protheses kan verkrijgen), een ander kapsel, een coming-out bij vrienden en familie, en vooral een hoop zelfontplooiing. Natuurlijk kan de sociale kant van de transitie ook plaatsvinden zonder dat er een ziekenhuis is betrokken. Bijvoorbeeld: een transgender meisje (zij is geboren als jongen) vertelt na overleg met haar mentor in de klas dat ze vanaf nu behandeld wil worden als meisje en dat ze naar school gaat komen in vrouwenkleding. Ze heeft een nieuwe naam gekozen, maar die mag ze niet overal gebruiken, omdat die naam nog niet op haar ID-kaart staat. Het kan door haar leeftijd nog lang duren voordat ze haar gegevens kan wijzigen en voordat ze iets aan haar lichaam kan laten veranderen.
Wettelijk:
Vanaf 16 jaar, en nadat een deskundige psycholoog heeft vastgesteld dat diegene transgender is, kan die persoon wettelijk verandering van geslacht en nieuwe voornamen kiezen. Deze gegevens komen dan in de geboorteakte, ID-kaart, paspoort, rijbewijs, etc. te staan.
Mensen die geen gehele medische transitie willen kunnen ervoor kiezen om geen hormonen te gebruiken maar wel operaties te ondergaan, of andersom. Ook blijft het wijzigen van gegevens optioneel.